Uit de weide of paddock halen
Haal je het paard uit de wei, bevestig het touw dan van te voren aan het halster. Loop de weide of paddock in en benader het paard rustig. Recht op het paard aflopen werkt vaak drijvend. Het paard kan hierop reageren door juist weg te lopen. Houd het halster dus achter je rug en loop ontspannen, in een slingerende lijn naar het paard toe, terwijl je tegen hem praat. Leg eerst het halstertouw om de hals en pak beide uiteinden vast. Zo kun je rustig het halster omdoen, zonder dat het paard weer wegloopt. In de ideale situatie komt het paard hoe dan ook naar je toe. Er zijn uiteraard ook paarden die zich moeilijk laten vangen. Neem een ervaren persoon mee om je te helpen en blijf vooral rustig, ongeacht hoe lang het duurt. Soms kan het helpen om eerst de andere paarden te vangen.
Aan de hand leiden
Het paard aan de hand leiden is bijna een aparte tak van sport. Het paard moet leren op jouw lichaamstaal te reageren. Begin jij te lopen, dan moet hij meelopen. Stop jij, dan moet het paard ook stoppen. Wees daarin steeds consequent. Oefen het aan de hand leiden. Mocht je het paard om wat voor reden dan ook willen omdraaien, neem dan zelf altijd de buitenbocht. Op die manier duw je het paard als het ware van je af en word je niet onder de voet gelopen. Moet je langs objecten lopen waar het paard bang voor kan zijn, loop dan tussen het paard en het ‘gevaar’ in. Oefen het leiden aan de hand dus ook met het paard aan je linkerzijde. Door dergelijke oefeningen zal het paard meer vertrouwen in je krijgen en zich veiliger voelen.
Vastzetten
Voor het poetsen of zadelen kun je het paard even vastzetten. Kies hiervoor een rustige plaats waar geen spullen rondslingeren zoals een bezem of poetskist. Gebruik altijd een stevig halster en halstertouw. Zet een paard nooit aan het hoofdstel of aan de bitringen vast! Als hij schrikt, trekt hij niet alleen het hoofdstuk kapot, hij kan ook zijn mondhoeken lelijk beschadigen. Zet het paard bij voorkeur aan twee zijden vast. Hij gaat dan niet zo gemakkelijk hangen en kan ook niet omdraaien. Zet hem alleen vast aan goed vastzittende ankers, spijlen of ringen. Bevestig het touw niet aan deuren of andere bewegende delen. Laat je paard niet zonder toezicht vastgebonden staan. Er kan altijd iets gebeuren. Mocht het paard om wat voor reden dan ook schrikken, dan moet hij in een panieksituatie los kunnen komen. Dit kan op twee manieren. Gebruik bijvoorbeeld een touw met een zogenaamde paniekhaak. Of knoop het paard alleen vast met een speciale knoop die jij wel gemakkelijk kunt lostrekken, maar die het paard niet zomaar los maakt, zoals de veiligheidsknoop of paardenknoop.
Meer weten over verzorging en veiligheid? Volg dan de cursus Paard&Welzijn of koop het boek!
